samedi 25 août 2007

Intro



Sevende editie - Stripfestival van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Septième édition - Festival BD de la Région de Bruxelles Capitale


11 - 12 Octobre 2008
11 - 12 Oktober 2008

Site web officiel : http://www.comicsfestivalbelgium.com


Ateliers BD / Stripsateliers

  • Les ateliers sont destinés à des enfants entre 8 et 14 ans
  • Chaque atelier a une durée d’environ 45 minutes et regroupe maximum une dizaine d’enfants
  • L’auteur y explique un certain nombre de bases de la bande dessinée et aide les enfants à réaliser un ou plusieurs premier (s) dessin(s)
  • Les horaires seront flexibles, car en fonction de la demande et du nombre de places

Les heures théoriquement prévues seront échelonnées comme suit:
  • Le samedi et le dimanche
    • 1 atelier le matin de 11h15 à 12
    • 3 ateliers l’après-midi de 14h30 à 15h15, de 15h30 à 16h15 et de 16h30 à 17h15
  • Les réservations faites sur place tiendront compte de ces différents points. Il est dès lors possible de réserver sa place à l’avance en envoyant un mail à l’adresse suivante : comicsfestivalbelgium@hotmail.com en mentionnant son nom, âge, la langue (FR ou NL) et le jour désiré. Nous vous confirmerons alors la réservation et l’heure de celle-ci. Notez que la répartition entre ateliers francophones et néerlandophones dépendra surtout des pré-réservations.

  • De stripateliers zijn bedoeld voor kinderen tussen 8 en 14 j.o.
  • Elk atelier heeft een duur van ongeveer 45 minuten en is bedoeld voor een groep van maximum een tiental kinderen
  • De auteur leg aan de kinderen een aantal basis kenmerken van het stripverhaal uit en help ze om hun eerste tekening te maken
  • De timing van de stripateliers zal flexibel zijn en in functie van de aanvraag en het gelimiteerde aantal plaatsen.
De theoretische tijdstip waarop ze zullen plaatsvinden wordt als volgt verwacht :
  • Op zaterdag en zondag
    • 1 atelier in de ochtend tussen 11u15 en 12
    • 3 ateliers in de namiddag tussen 14u30 en 15u15, 15u30 en 16u15, 16u30 en 17u15
  • De reservatie ter plaats zullen met deze punten rekening mee houden. Het is daarvoor mogelijk om plaatsen op voorhand te reserveren door te mailen naar comicsfestivalbelgium@hotmail.com, met vermedling van de naam, leeftijd, de gewenste taal (FR/NL) en gewenste dag. Wij zullen dan de reservatie en de tijdstip bevestigen. Noteer dat de verdeling tussen Franstalige en Nederlandstalige ateliers veel van deze reservatie op voorhand zal afhangen.

Portfolio Bob Morane

A l’occasion de la venue des auteurs de Bob Morane et d’Henri Vernes, le festival BD de la région de Bruxelles Capitale vous propose un portfolio reprenant une illustration de chacun de ces auteurs.

Ter gelegenheid van de komst van de auteurs van Bob Morane en van Henri Vernes, het stripfestival van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stelt u een portfolio voor met één illustratie van elk van die auteurs.


Vance



















Severin



















Attanasio



















Parras















Follet



















Leclercq



















Forton

Tirage spécial Bob et Bobette / Speciale uitgave Suske en Wiske




Speciale en gelimiteerde uitgave van Suske en Wiske “het kregelige ketje”

De albums worden op het festival verkocht maar reservatie is mogelijk (zie link naar pdf document).

Het aankopen op het festival van één exemplaar van de speciale uitgave geeft recht op één tekening (+handtekening) van Studio Vandersteen terwijl het aankopen van één klassiek stripalbum recht geeft op één stempel en één handtekening.

Beide formules zijn afhankelijk van de aanvraag en van de beschikbaarheid van de Studio Vandersteen tijdens beide dagen.

Tirage spécial limité de l’album “Manneken Pis, L’irascible”


Les albums sont vendus au festival mais peuvent être réservés (voir lien vers document pdf).

L’achat d’un exemplaire du tirage spécial donne droit à un dessin et une signature du Studio Vandersteen (au festival). L’achat d’un album classique donne droit à un cachet et à une signature.

Ces deux formules peuvent être limitées en fonction de la demande et de la disponibilité des Studio Vandersteen lors des deux jours.


Réservation / Reservering


  • Télécharger le "Formulaire de réservation" et envoyer le par fax, poste ou e-mail en suivant les indications indiquées sur le formulaire.

  • Download de "Reserveringsformulier", vul het in volgens de vermelde instructies en stuur het naar ons, per fax, post of e-mail.

Vente aux enchères / Veiling



La vente aux enchères est organisée par notre partenaire « Enchères BD ».
Elle aura lieu le dimanche 14 octobre à partir de 14h, dans la salle Cèrès de l’hôtel de ville de Saint-Gilles. Les lots y seront exposés dès le samedi matin.

A noter que certains lots seront vendus au profit de l’association « Cap 48 ».

Plus d’informations sur le site www.encheresbd.com

De stripveiling wordt door onze partner “Enchères BD” georganiseerd.
Ze vindt op zaterdag 14 oktober om 14u plaats, in de Cèrès zaal in het Stadhuis van Sint-Gillis. De loten kunnen in die zaal vanaf zaterdag ochtend te bekijken zijn.

Een deel van de loten zal ter gunste van de vereniging “Cap 48” verkocht worden.

Meer informatie op www.encheresbd.com

Onze partner Enchères BD deelt u mee dat de veiling uitsluitend in het Frans wordt gehouden. Dank u voor uw begrip.

vendredi 24 août 2007

Auteurs en dédicaces-signature / Auteurs voor signeersessies

Laatste / dernier update : 12/10/2007
83 auteurs worden verwacht ... / 83 auteurs sont attendus ...
Charte du festival concernant les dédicaces
Handvest van het Festival betreffend de signeersessies

Les horaires précis seront affichés dans les locaux du festival.
Les horaires officiels de dédicaces sont de 10h30 à 19h, dans ce cas un V est indiqué dans la colonne correspondante. Si un autre horaire est d'application, cet horaire sera affiché dans la colonne du jour où l'auteur est prévu. Dans tous les cas, il n'y a pas de dédicaces entre 12h30 et 14h30.

Nom
13-10-2007
14-10-2007
Adam (Game Over)

V
Attanasio, Dino
V
V
Augustin, Virginie
de 14h30 à 19h
V
Bastide, Jean
V
V
Carin, Francis
V

Cayman, Thierry
V

Cenci, Philippe
V
V
Chandre (Agatha Christie, Proust)
V

V

Charles, Jean-François





Collin, Renaud

de 14h30 à 19h



Coppée, Thierry

de 10h30 à 19h

Crisse
V
V
Crooiz
V

V
Damprémy, Jack

V

Dany
de 17h à 18h15

De la Croix, Arnaud
V

Di Sano, Bruno
de 10h30 à 19h

Diantantu, Serge
V
V
Drèze, Erwin
de 10h30 à 19h

Duchâteau, André-Paul
V

Duchêne, Nicolas
de 10h30 à 19h
de 10h30 à 19h
Fane, Daniel (Livre sur H. Vernes)
V
V
Ferran, Sébastien
V
V
Fierain
V
V



Fuilu Alix(AFROBUL/Mabiki)
V
V
Gihef
de 14h30 à 19h

Gos

V

Gotlib
de 17h à 18h30

Henin, Vincent
V

Henriet, Alain
V

Hermann

de 16h à 18h

Hoffmans Karoline (Standard Uitgeverij)
V

Jacquemart

V
Jannin, Frédéric
V

Jarry, Charles
V

V




Keramidas, Nicolas
V
V
Kathelyn, Dina (coloriste de Gihef)
de 14h30 à 19h


Kulawik, Jean-Marc (Gui Gilbert)
de 14h30 à 19h

Laureysens, Walter
V
V
Leclercq, Frank
de 14h30 à 19h

Legein, Pierre
de 14h30 à 19h

Lenaerts, Eric
de 14h30 à 19h

Leonardo Vittorio
de 14h30 à 19h

Magda
V

Marchand, Bruno
de 15h30 à 18h
de 15h30 à 18h
Marin Olivier
V
V
Marshall Joe

V

Mathey, Denys
V

V

Maury, Alain

V

Mazel

de 14h30 à 19h
Mezil, Vincent
V

V

Morjaeu, Luc (Studio Vandersteen)
V
V
Munuera, José-Luis
V
V
Nemiri, Nicolas
V
V
Paape

V

Parras, Antonio
V
V
Peral

V

Perrin, Manuel
V

V

Pierret, Michel

V
Plateau, Yves
V

Pompetti, Vincent
V
V
Régric
V
V
Rivière, François
V

Sallustio, Enrico
de 14h30 à 19h

Severin, Alec

V

Sevrin, Marc (Cicatrice, ed Paquet), professeur à Saint-Luc
de 14h30 à 18h

Sene, Bienvenu (AFROBUL/Mabiki)
V

V

Simon, Christophe
V
V
Speltens, Olivier

de 14h30 à 19h
Stroobants Ludo
V

Studio Max (Stam et Pilou)
V
V
Swolfs, Yves

de 14h30 à 18h
(tirage au sort / loting)

Taymans, André
V

Van De Walle, Nicolas
V
V
Van Gucht, Peter (Studio Vandersteen)
V
V
Vance, William
V
V
Vernes, Henri
V

Vierset, Pauline
V

V

Walthéry, François
de 14h30 à 19h

Weyland, Michel

V

Wozniak, Olivier
V

Wurm, Philippe
de 14h30 à 19h

Yslaire
de 14h30 à 19h
(tirage au sort / loting)

Zuleta Miguel
V
V

Quelques particularités / Enkele bijzonderheden :

Studio Vandersteen

  • Dédicaces: uniquement dans les tirages spéciaux.
  • Cachet: dans les albums classiques.
  • Le Studio signera tant les tirages spéciaux que les albums classiques.
  • Tekeningen: alleen in de speciale uitgave.
  • Stempel: in de klassieke albums.
  • De Studio zal beide soorten albums signeren.


William Vance


  • William Vance signera des albums Bob Morane et XIII dans lesquels un cachet Bob Morane/XIII sera apposé
  • William Vance zal in Bob Morane en XIII albums signeren waarin een Bob Morane/XIII stempel zal geplaatst worden.






Tirage au sort / Loting


  • Pour certains auteurs (Yslaire, Jean-François Charles et Swolfs) , un tirage au sort sera effectué.
  • Tout visiteur peux mettre un ticket avec son nom dans les boites de tirage au sort (Swolfs, Yslaire, Charles). Donc 3 tickets au total à raison d'un par boite. Le tirage au sort se fera 30 minutes avant la venue de l'auteur.
    Sur un switch board seront indiqués les noms des gens tirés au sort : 20 tickets + 10 supléants au cas où un nominé ne se présente pas.
    Une pièce d'identité en cas de doute peut être demandée. Si une personne est tirée plus d'une fois dans une même boite : elle perdra son droit a la dédicace.
  • Voor bepaalde auteurs (Yslaire, Jean-François Charles en Swolfs) zal een loting plaatsvinden.
  • Elk bezoeker mag één signeer-ticket met zijn naam in elk van de drie dozen (Swolfs - Yslaire - Charles) steken. De loting zal 30 minuten voor de aankomst van de auteur plaatsvinden. De namen van de overwinnaars zullen ter plaats bekendgemaakt en aangeduid worden (20 geldige ticketten + 10 reserve ticketten). Identiteisdocumenten zullen desnoods gechekt worden (in geval van twijfel). Als iemand zijn naam meer dan één keer in één van de drie dozen heeft gestoken worden al zijn ticketten ongeldig verklaard.

Olivier Marin

  • L’album “Les aventures de Michelle" à paraître aux editions Paquet sera présenté en avant première au festival. Vous trouverez les détails relatifs à l’album sur le blog de l’auteur . Voici par ailleurs un ex-libris qui sortira à l'occasion de cet album.
  • Het album “Les aventures de Michelle" bij Paquet wordt in avant première op het festival gepresenteerd. Alle details rond het album en zijn auteur vindt u op zijn blog . Hierbij een ex-libris die ter gelegenheid van dit album wordt gedrukt.

AUTEURS INDEPENDANTS


  • DENIS MATHEY et POL VIERSET - EDITIONS BANDES GRIBOUILLEES
  • JARRY VINICIUS pour Julie Brulante et Les baroudeurs
  • MANNUEL PERRIN - LA FARANDOLE - EDITION LE MANCHOT GAUCHER

Derapage Comics, une petite maison d'édition

  • Marshall Joe
  • Damprémy Jack

AFROBUL/Mabiki

  • Alix Fuilu
  • Bienvenu Sene
  • Alain Kojelé


Charte du festival concernant les dédicaces
  • Ticket dédicace
    • Pour obtenir une dédicace d'un auteur, vous devez acheter auprès du stand correspondant un album de l'auteur désiré ou éventuellement un album d'un autre auteur (mais au même stand et avec un prix équivalent à celui de l'album de l'auteur desiré). L'achat doit se faire le jour de la dédicace.
    • Cet achat vous donne droit à un ticket numéroté pour une dédicace de l'auteur concerné. Libre à vous de faire signer une autre bande dessinée du même auteur. Vous pouvez donc amener vos propres BD.
    • Un ticket dédicace donne droit à une dédicace. Le nombre de tickets dédicaces est limité (déterminé par l'auteur en fonction du temps considéré)
  • Files
    • Des bénévoles se tiendront prêts pour aider le public et éviter les abus vis-à-vis des auteurs.
    • La numérotation des tickets dédicace d'un auteur sera respectée. Faire la file n'est donc pas obligatoire, mais est conseillé en début de séance. Il va de soi que perdre son tour ne signifie pas que l'on perde le droit à la dédicace, mais sans doute que l'on doive attendre un peu plus.
    • Le public peut donc faire la file, les sacs ou objets inanimés NON!!! Tout sac qui serait déposé 'par hasard' dans une file ou ailleurs sera deposé à la consigne pour raison de sécurité.
    • Tous les auteurs nous ont communiqué le nombre de dédicaces qu'ils estiment pouvoir réaliser pendant la séance. Il n'y aura donc pas de file inutile.

Handvest van het Festival betreffend de signeersessiese
  • Signeer-tickets
    • Om recht tot één (hand)tekening van een auteur te krijgen moet u bij de bijbehorende stand één album van die auteur kopen of eventueel één album van een andere auteur (maar wel bij dezelfde stand en voor een gelijkaardige prijs).
      De aankoop moet op de dag van de signeersessie plaatsvinden.
    • Met deze aankoop krijgt u één genummerd signeer-ticket voor die auteur. U mag voor de (hand)tekening een ander album van die auteur gebruiken wat betekent dat u uw eigen stripalbums mag meebrengen.
    • Één signeer-ticket geeft recht op één (hand)tekening. Het aantal signeer-tickets is gelimiteerd (wordt door de auteur zelf bepaald volgens zijn eisen en de duur van zijn aanwezigheid).
  • Files
    • De vrijwilligers zullen ter hulp van het publiek staan en zullen misbruiken ten opzichte van de auteurs en andere bezoekers vermijden.
    • De volgorde van de genummerde signeer-tickets zal gerespecteerd worden. In de files staan is dus niet verplicht maar aangeraden voor praktische redenen (vooral aan het begin van een signeersessie). Het spreekt vanzelf dat u uw recht tot één (hand)tekening behoudt zelf mist u uw beurt in de file. In zo'n geval zult u waarschijnlijk iets langer moeten wachten.
    • Het publiek mag dus in de files staan, de zakken en andere levenloze voorwerpen NIET !!! Alle zakken die per toeval in één file of op één andere plaats worden gevonden zullen voor veiligheidsredenen naar het onthaal verzet worden.
    • Alle auteurs hebben ons het aantal (hand)tekeningen meegedeeld dat ze willen/kunnen geven. Nutteloos in de files staan zal dus niet gebeuren.


dimanche 5 août 2007

Afro Bulles/Mabiki

Biographies de Alix FUILU

Je m’appelle Alix FUILU, né à Matadi (RD CONGO). Je suis Illustrateur et auteur des BD. J’ai fait mes études à l’Ecole de Beaux-Arts de Kinshasa où j’ai crée en dernière année de secondaire un journal d’étudiants qui s’appelait « IBA Presse ». Arrivé en France en 1988, j’ai continué mes études à l’Ecole des Beaux-Arts de Tourcoing (Nord) puis je suis allé faire un stage de BD à Libramont (Belgique). C’est là que je me suis réellement orienté vers la bande dessinée. Ensuite j’ai fait l’Ecole des Beaux-Arts de Saint-Gilles à Bruxelles.

En 1993, après une formation d’Infographiste au Cepreco de Roubaix et un stage de journalisme d’entreprise à l’Ecole Supérieure de Journalisme de Lille, je crée à Tourcoing un atelier de BD où je formais des jeunes à cet art. Depuis, j’ai commencé à travailler avec divers organismes publics (la DDASS, Le Conseil Général, le FAS, La préfecture, le Ministère de la Jeunesse et du Sport…) sur des projets pédagogiques de bandes dessinées liés à prévention en direction des jeunes notamment : le sida, la drogue et la sécurité routière. J’intervenais également dans les établissements scolaires, les bibliothèques et les différentes structures qui me sollicitent pour animer des ateliers de BD et organiser des expositions thématiques. Ce qui m’a conduit jusqu’à la maison d’arrêt de Loos lez Lille (Nord) pour animer des ateliers de BD auprès des jeunes détenus. En 1996, j’étais à la base du concours de BD sur le sida lancé par ABDT éditions avec le soutien du ministère français des affaires étrangères ; Une BD avait été édité avec le soutien de la DDASS du Nord-Pas-de-calais. Le succès de cette BD m’a valu une invitation au service social des étrangers à Bruxelles qui m’a demandé d’animer des ateliers de BD sur le thème du sida durant trois mois dans quatre villes belges : Tournai, Mouscron, Charleroi et Bruxelles. Ces travaux des jeunes ont été exposés pendant un mois au centre Belge de bande Dessinée à Bruxelles. A mon initiative, trois collectifs de BD ont été édités chez ABDT éditions. En 2002 je crée l’Association Afro Bulles dont l’objectif majeur est de faire connaître la BD africaine ainsi que ses auteurs en publiant un collectif du même nom. Cette même année j’organise avec l’association une exposition parrainée par les villes de Tourcoing, Roubaix (France) et Mouscron (Belgique). L’année suivante l’exposition a été accueillie au siège de l’Unesco à Paris parrainée par l’Ambassade de la RD Congo en France, puis deux ans après au festival de la BD d’Angoulême pour sa 32è édition en 2005. Afro Bulles est à son 4è collectif qui est sorti en novembre 2006 et qui s’intitule : « Africalement ».

Bibliographie (Albums et collectifs) :

- Boulevard Sida……………………………...ABDT éditions
- Du Shit au Zen………………………...........ABDT éditions
- Routes dingues ……………………………..ABDT éditions
- Couleur café …………………………..éditions Afro Bulles
- La Piste Malagasy …………………….éditions Afro Bulles
- Africa Comics ………………………...éditions Afro Bulles
- Africalement …………………………..éditions Afro Bulles

Biographie de Kojélé Makabin Alain

Kojélé Makani Alain est né à Kinshasa RD Congo. Diplômé de l’académie des beaux-arts de Kinshasa, illustrateur pour la publicité, caricaturiste pour un journal politique, kojelé a d’abord exerçé ses talents dans son pays avant de remporter le prix RFI des jeunes dessinateurs et venir s’intaller au France. Kojélé maîtrise aussi bien le registre humoristique et que l’illustration réaliste, n’hésitant pas à aborder des sujets graves, comme la guerre ou le sida. Il a participé à des nombreuses publications de’auteurs africains dont Afrobul. Son album « Kamuké sukali » est publié en ligne par le journal « Ananzie ».

vendredi 3 août 2007

Passage TV

22 octobre 2006 : Journal RTBF 13h



Prix Saint-Michel / Sint-Michiels Prijs

PRIX DU FESTIVAL BD DE LA REGION DE BRUXELLES CAPITALE 2007 (COMICS FESTIVAL 6)
Les VAINQUEURS
Série Editeur Dessinateur Scénariste Titre
GRAND PRIX SAINT-MICHEL


GOTLIB

PRIX SAINT-MICHEL DE LA MEILLEUR BD D'UN AUTEUR FRANCOPHONE
LES CINQ CONTEURS DE BAGDAD DARGAUD FRANTZ DUCHAZEAU FABIEN VELHMANN
PRIJS SINT-MICHIELS VAN HET BESTE ALBUM VAN EEN NEDERLANDSTALIGE AUTEUR
DE MAAGD EN DE NEGER, PAPA EN SOFIE DE HARMONIE - OOG & BLIK JUDITH VANISTENDAEL JUDITH VANISTENDAEL
PRIX SAINT-MICHEL DU MEILLEUR DESSIN
SUR LES TRACES DE DRACULA CASTERMAN DANY YVES H. TRANSYLVANIA
PRIX SAINT-MICHEL DU MEILLEUR SCENARIO
SIR ARTHUR BENTON EMMANUEL PROUST STEPHANE PERGER TAREK L'ASSAUT FINAL
PRIX SAINT-MICHEL DE LA PRESSE
ARNEST RINGARD ET AUGRAPHIE MARSU PRODUCTIONS FRÉDÉRIC JANNIN YVAN DELPORTE
PRIX SAINT-MICHEL JEUNESSE
NÄVIS DELCOURT JOSÉ-LOUIS MUNUERA JEAN DAVID MORVAN LATITZOURY
PRIX SAINT-MICHEL DE L'AVENIR
LA GUERRE DES SAMBRE GLENAT - FUTUROPOLIS BASTIDE -MEZIL YSLAIRE HUGO & IRIS


"Nederlands tekst hieronder"

Prix Saint-Michel
LES DIFFERENTS PRIX :

1) GRAND PRIX SAINT-MICHEL

Le grand prix du festival décerné à un auteur pour l'ensemble de son oeuvre.

2) PRIX SAINT-MICHEL Illustration

Le prix du festival décerné à un illustrateur pour l'ensemble de son oeuvre.

3) PRIX SAINT-MICHEL DU MEILLEUR ALBUM D'UN AUTEUR FRANCOPHONE

Décerné à un auteur pour un album paru maximum 12 mois avant le festival.

4) PRIX SAINT-MICHEL DU MEILLEUR ALBUM D'UN AUTEUR NEERLANDOPHONE

Décerné à un auteur pour un album paru maximum 12 mois avant le festival.

5) PRIX SAINT-MICHEL DU MEILLEUR DESSIN

Décerné à un auteur pour un album paru maximum 12 mois avant le festival.

6) PRIX SAINT-MICHEL DU MEILLEUR SCENARIO

Décerné à un auteur pour un album paru maximum 12 mois avant le festival.

7) PRIX SAINT-MICHEL DE LA PRESSE

Décerné à un auteur pour un album paru maximum 12 mois avant le festival.

8) PRIX SAINT-MICHEL DE L'AVENIR

Décerné à un auteur pour un album paru maximum 12 mois avant le festival.

9) PRIX SAINT-MICHEL Jeunesse

Décerné à un auteur pour un album paru maximum 12 mois avant le festival.

"Texte en français ci-dessus"

Sint-Michiels Prijs

DE VERSCHILLENDE PRIJZEN:

1) DE GROTE PRIJS SINT-MICHIELS

De grote prijs van het festival toegekend aan een tekenaar voor zijn volledige oeuvre.

2) SINT-MICHIELS PRIJS VAN DE ILLUSTRATIE

De grote prijs van het festival toegekend aan een illustrator voor zijn volledige oeuvre.

3) SINT-MICHIELS PRIJS VOOR HET BESTE ALBUM VAN EEN FRANSTALIGE AUTEUR

Toegekend aan een schrijver voor een album dat maximaal 12 maanden voor het festival verscheen.

4) SINT-MICHIELS PRIJS VOOR HET BESTE ALBUM VAN EEN NEDERLANDSTALIGE AUTEUR

Toegekend aan een schrijver voor een album dat maximaal 12 maanden voor het festival verscheen.

5) SINT-MICHIELS PRIJS VOOR DE BESTE TEKENING

Toegekend aan een album dat maximaal 12 maanden voor het festival verscheen.

6) SINT-MICHIELS PRIJS VOOR HET BESTE SCENARIO

Toegekend aan een album dat maximaal 12 maanden voor het festival verscheen.

7) SINT-MICHIELS PRIJS VAN DE PERS

Toegekend aan een album dat maximaal 12 maanden voor het festival verscheen.

8) SINT-MICHIELS PRIJS VAN DE TOEKOMST

Toegekend aan een album dat maximaal 12 maanden voor het festival verscheen voor een auteur die maximum 3 albums heeft getekend.

9) SINT-MICHIELS PRIJS VAN DE JEUDG

Toegekend aan een album voor de jeugd dat maximaal 12 maanden voor het festival verscheen.


Un peu d'histoire
Le Prix Saint-Michel est une série de récompenses attribuées par la ville de Bruxelles dans le domaine de la bande dessinée.

Imaginé par André Leborgne et décerné la première fois en 1971, il s'agit du plus vieux prix européen de bande dessinée. Depuis 2002, il est remis à l'occasion du Comics Festival Belgium, festival de BD de la Région de Bruxelles-Capitale organisé par l'ASBL 9ème Art - BD.

Les anciens lauréats : http://fr.wikipedia.org/wiki/Prix_Saint-Michel

mercredi 1 août 2007

Spot Radio

Jannin a annoncé notre festival sur Radio Contact

Si vous avez raté cet événement, vous le pouvez le ré-écouter


Photos du festival

Voici des photos faites par des personalités lors de notre festival 2007

Photos de Thierry Tinlot

Formulaire marchands

Documents à télécharger et à envoyer suivant la procédure pour réserver un stand

Formulaire
marchand pour la bourse TINTIN du samedi 11 octobre

Formulaire marchand pour la bourse de collection du dimanche 12 octobre

mardi 8 mai 2007

Jour J-11 Faîtes de la pub!!!!

Dans 11 jours 6h 31min le 4ième BonnAgott festival vous servira les premières bières de la soirée qui s’annonce formidable avec 2-3 surprises au programme.

Mais pour que la soirée soit vraiment réussie nous avons besoin de toi et de tes amis, alors fais de la pub, envoie 2-3million de mail, fais tout ce que tu veux mais vient le 19 mai…

Merci et à tout bientôt….

dimanche 29 avril 2007

Devenez bénévoles / Word vrijwilliger

Vous aimez la BD et vous voudriez connaître l'envers du décor ?

Venez nous rejoindre en tant que bénévole, nous mettrons vos qualités à profit !

Un peu de temps pour une grande organisation !

Nous avons besoin de vous pour être encadreur, décorateur, peintre, huissier, contrôleur, surveillant, chauffeur, porteur de sandwichs, garçon de café, nounous de dessinateur, traducteur, interprète, nettoyeur, animateur, porte-voix, secrétaire, électricien ...

Travail effectué dans une excellente ambiance, heures impossibles !

5 boissons et 3 sandwiches prévus par jour de bénévolat.

Rémunération :
25 Euro par jour de travail (pas de ticket dédicace prévu comme rémunération)

Qualités requises : Bonne volonté et esprit d'équipe.

Un bénévole qui ne respecterait pas la Charte du festival concernant les dédicaces sera exclu du festival.

Contact : comicsfestivalbelgium@hotmail.com



U houdt van strips en u zou graag eens vernemen hoe het er achter de coulissen aan toegaat.

Kom ons vervoegen als vrijwilliger, wij kunnen er voordeel uit halen.

Een beetje tijd voor een grote organisatie !

Wij hebben u nodig als ontwerper, schilder, controleur, bewaker, chauffeur, rondbrenger van broodjes, ober,
vertaler, opruimer, animator, elektricien, ...

Dit alles in een uitmuntende sfeer, drank en eten zijn voorzien, onmogelijke werkuren !

5 dranken en 3 sandwiches voorgezien par dag an vrijwilliger.

Vergoeding :
25 € per werkdag (geen opdrachtcoupon voorzien als vergoeding)

Vereiste kwaliteiten : Goede wil en groepsgeest.

Contact opnemen met : comicsfestivalbelgium@hotmail.com

Boutique / Winkel

A la boutique du festival, vous pourrez acquérir :


Te kopen in de festivalwinkel:

Animations / Animatie

Cette année, le festival propose diverses animations

Pour les enfants
  • Des séances de grimage
  • Des ateliers BD pour enfants de 8 à 14 ans
  • Des projections d’extraits de films/dessin animés Bob et Bobette
  • Un château gonflable Bob et Bobette
  • Distribution de peluches
Pour les enfants et les grands enfants
  • Des tirages au sort pour dédicaces de certains auteurs
  • Comment réaliser une sérigraphie, par Clari-Screen
  • Une tombola : deux tirages au sort par jour (14h00 et 18h00), les lots : tirages de tête, sérigraphies, ex-libris, albums dédicacés, tirage spéciaux, tickets pour les tirage au sort des dédicaces, affiches du festival, ...
Pour les autres
  • Une vente aux enchères avec EncheresBD.com
  • La remise des PRIX SAINT-MICHEL (Samedi Soir)

Het festival stelt dit jaar een aantal animaties voor

Voor de kinderen
  • Grimagesessies
  • Stripateliers voor kinderen tussen 8 à 14 j.o.
  • Projecties van Suske en Wiske (teken)films uitreksels
  • De Suske en Wiske luchtkasteel
  • Knuffeldieren zullen uitgedeeld worden
Voor de grote en kleine kinderen
  • Loting voor opdrachtsessies van enkele auteurs
  • Hoe seriegrafieën maken, door Clari-Screen
  • Tombola: twee lotingen per dag (14u en 18u), de prijzen: speciale afdruk, serigrafies, ex-libris, gesigneerde albums, speciale lotingen, coupons voor lotingen op signeersessies, affiches van het festival, ...
Voor de anderen
  • Een stripveiling met EncheresBD.com
  • De uitreiking van de SINT-MICHIELS PRIJZEN (op zaterdag avond)

encheres bd
Clari-Screen


Bourses / Beurzen

Bourse de collection TINTIN / Kuifjebeurs
  • le samedi 11 de 10h à 18h , cette bourse est exclusivement réservée à TINTIN
  • op zaterdag 11 tussen 10u en 18u, deze beurs is uitsluitend aan de Kuifje toegewijd
  • Plus de 10 exposants (80 mètres de stand) / meer dan 10 inzenders (voor 80 meters van stand)
  • L’accès à la bourse est gratuit / Toegang tot de beurs is gratis
Bourse de collection / Collectie beurs
  • Le dimanche 12 octobre de 10h à 18h
  • Op zondag 12 oktober tussen 10u en 18u
  • BD d'occasion, planches originales, BD de collection, .... / Tweedehandse albums, originele planken, 1ste editie albums, …
  • Plus de 10 exposants (80 mètres de stand) / meer dan 10 inzenders (voor 80 meters van stand)
  • L’accès à la bourse est gratuit / Toegang tot de beurs is gratis
Formulaire pour les marchands intéressés par un stand

Expositions / Tentoonstellingen

Les expositions se rapportent aux trois parrains du festival :
De tentoonstellingen hebben betrekking op de drie peters van het festival :
Bernard Hislaire

Nederlandse tekst hieronder

  • Très jeune, Bernard Hislaire s'initie à la bande dessinée et participe au fanzine Robidule. Il fréquente la section arts plastiques de l'Institut St Luc de Bruxelles. Dès 1975, Hislaire commence à travailler pour Le Journal de Spirou. il conçoit une "carte blanche" d'abord puis le "Troisième Larron", une histoire en 16 pages. Parmi ses collaborateurs, le scénariste Raoul Cauvin ou Brouyère, dont il illustre notamment Coursensac et Baladin au pays des Tahétéhus (paru récemment chez Point-Image). En 1978, il entreprend sa première série, très tendre et bucolique : Bidouille et Violette. Elle paraît dans Le Journal de Spirou.
    De 1980 à 1983, il signe de nombreuses illustrations humoristiques dans La Libre Belgique et au Trombone Illustré, sous la houlette de Franquin. Parallèlement, et plus tard, il conçoit des habillages graphiques pour la Radio Télévision Belge de la Communauté Française, le Rideau de Bruxelles ou l'ex-Théâtre Impopulaire. En 1986, il change radicalement de registre, de graphisme et de nom d'auteur ; il prend pour pseudonyme Yslaire. En compagnie de Balac (alias Yann), il crée Sambre, fresque romanesque et baroque, dans Circus. Saluée par la critique et le public, comme l'une des oeuvres majeures des années 80, cette saga est proposée en albums chez Glénat.
    A partir de 1987, de nouveau pour Spirou, Hislaire écrit les scénarios du Gang Mazda, une série humoristique dessinée par Christian Darasse. L'un des membres du gang lui ressemble étrangement. 1997. Ouverture de Mémoire du XXeme Ciel, un site web co-réalisé sous le nom de Yslaire, avec la psychanalyste Laurence Erlich. En janvier 99 sort le premier album de la série du même nom aux éditions Delcourt d'une série comportant trois tomes. En 2006, le dyptique Avant - Après démontre que le choc des civilisations peut aussi être une histoire d'amour. La suite très attendue de la saga de Sambre (3 albums annoncés) a commencé en 2007.
Texte en français ci-dessus
  • Al sinds zijn jongste jaren is Hislaire gepassioneerd door stripverhalen. Zijn eerste tekeningen maakt hij voor het fanzine Robidule. Hij volgt een opleiding in Sint-Lucas in Brussel. In 1975, hij is dan 18, gaat hij voor het weekblad Robbedoes werken. Niet veel later tekent hij een kort verhaal onder de titel De derde dief, waarmee hij de aandacht op zich vestigt. Hij zal kunnen rekenen op befaamde scenaristen zoals Raoul Cauvin en Jean-Marie Brouyère, met wie hij meerdere reeksen zal opstarten zoals Zakkenloper en Blasius. In 1978 lanceert hij zijn eerste serie Frommeltje en Viola die in het weekblad Robbedoes zal verschijnen. Deze serie zal doorgaan tot in 1985. In diezelfde periode tekent hij ook voor de bladen La Libre Belgique en Le Trombone illustré, een bijlage van Spirou, de Franstalige tegenhanger van Robbedoes.
    In 1986 zal zijn ontmoeting met de scenarist Balac, pseudoniem van Yann, resulteren in de start van de reeks Samber. Bernard Hislaire tekent voortaan onder de naam Yslaire. Deze reeks vertelt het verhaal van de onmogelijke liefde tussen Bernard Samber, een jonge « bourgeois », en de proletarische Julie gedurende de Franse revolutie van 1848. In de grafische stijl breekt Yslaire duidelijk met het vorige werk van Bernard Hislaire en ook het kleurenpalet is beperkter : het rood wordt bijzonder dominant. De volledige serie wordt uitgegeven door Glénat en kent zowel commercieel succes als bijval bij de critici. De reeks is opnieuw uitgegeven in 2003 met een nieuwe omslag.

    In 1997 is het tijd voor iets heel anders. Yslaire start met een webstek waar hij zich uitleeft: xxeciel.com. Dit geeft ook aanleiding tot twee boeken, Introduction au XXe ciel, gevolgd in 1998 door Mémoire du XXe ciel: 98. Deze nieuwe reeks wordt hernomen in 2000 door de uitgeverij 'Les Humanoïdes Associés' en de twee albums worden heruitgegeven in één enkel album met de titel “XXe ciel.com: Mémoires 98. Het jaar daarna verschijnt Mémoires 99 en in 2004 tekent Yslaire voor deze reeks twee mogelijke eindes: Mémoires <19>00 en Mémoires <20>00. In 2003 start hij een nieuwe reeks Drie maagden.

    In 2006 start hij met de reeks De Hemel boven Brussel. Het eerste album is op vlak van verhaal en tekenstijl gelijkaardig aan de albums uit de cyclus XXe ciel.
© www.nl.wikipedia.org

Henri Vernes

Nederlandse tekst hieronder
  • Henri Vernes est issu d'une famille tournaisienne. Il naquit à Ath, le 16 octobre 1918. A 19 ans, il interrompt ses études et fait une "fugue" en Chine ! Son premier livre "La porte ouverte" paraît en 1944 à La Renaissance du Livre. A cette époque, Henri Vernes s'appelle encore C.-H. Dewisme. Après la guerre, il exerce la profession de journaliste free-lance pour une agence de presse américaine. Il voyage et collabore à de nombreux journaux et revues. Parallèlement, il écrit des contes et des feuilletons dans des magazines pour jeunes, ainsi que des romans policiers.
    En 1953, à la demande de J.-J. Schellens, des Editions Marabout, il crée le personnage de Bob Morane, dont le premier roman "La Vallée infernale" paraît le 16 décembre 1953.
    Calquant sa destinée sur celle de son héros, Henri Vernes parcourt le monde, notamment l'Amazone, les Antilles, le Mexique, les Etats-Unis, le Canada, ... En 1965, Europe 1 produit 26 téléfilms, adaptés de ses romans, qui connurent un succès appréciable parmi la génération des sixties. A l'heure actuelle, Henri Vernes a écrit plus de 150 romans Bob Morane dont les tirages s'élèvent à quelque 30 millions d'exemplaires. L'adaptation en bande dessinée date de 1959.
    Plusieurs dessinateurs ont présidé aux destinées graphiques du beau Bob : Dino Attanasio (1959 à 1962), Gérald Forton (1962 à 1967), William Vance (1968 à 1979) et Coria, qui dessine actuellement les aventures de Bob Morane publiées aux éditions du Lombard. Ellipse vient de réaliser une production d'une série de 26 épisodes de dessins animés Bob Morane d'une trentaine de minutes chacun. Le 4 juin 1999, Monsieur Jacques Rummelhardt, Ambassadeur de France en Belgique a remis à Henri Vernes, au nom du gouvernement français, la médaille d'Officier des Arts et Lettres. Pour la petite histoire, sachez qu'Henri Vernes, tout comme Bob Morane, collectionne les armes du Moyen Age et aime le jazz. Un très actif Club Bob Morane s'est créé depuis quelques années.
© www.bdparadisio.com
Texte en français ci-dessus
  • Henri Vernes werd is geboren in 1918 in het belgische Ath, en is de zoon van Valerie Dupuis en Alphonse Leon. Vanwege de scheiding van zijn ouders werd hij opgevoed door zijn grootouders van moeders kant die in het franse plaatsje Tournai woonden. Toen hij 16 was verliet hij de school en ging hij in de slagerij van zijn vader werken, om er na korte tijd achter te komen dat hij beter zijn school kon afmaken. In 1937 werd hij verliefd op Madame Lou een vrouw van chinese afkomst, en maakte op een vals paspoort met haar een reis van twee maanden naar Canton in China.
    Terug in Tournai trouwde hij in 1938 met Gilberte, een dochter van een diamantslijper. Dat huwelijk hield echter niet lang stand en strandde in 1941. Tijdens de tweede wereldoorlog zat hij in het verzet, en in 1944 publiceerde hij zijn eerste boek "La Porte Ouverte" In 1946 vertrok hij naar Parijs waar hij een onder anderen werkte voor een amerikaanse nieuwsdienst en een aantal franse kranten. In zijn vrije tijd bleef hij romans schrijven en in 1949 rolde "La Belle Nuit pour un Homme Mort" van de pers.
    In 1949 verhuisde hij naar Belgie en schreef diverse verhalen voor weekbladen als "Heroic Albums" en "Mickey Magazine" onder verschillende pseudoniemen. Hij werd in 1953 gevraagt om een avonturenroman voor de Marabout-Junior serie van Editions Gerard te schrijven, "Conquerants de l'Everest" werd een succes en hij werd een van de best verkopende auteurs van de reeks. Bob Morane de aan zijn fantasie ontsproten held was geboren en werd erg populair, niet alleen in het franse taalgebied. De Bob Morane avonturen werden in meerdere europese landen uitgebracht en werden en worden door zowel de jeugd als door volwassenen gelezen. In Nederland brachten Meulenhoff en later Bruna de boeken als onderdeel van de Maraboe pocket reeks uit. Van het boek "L'espion aux cent visages" werd een korte speelfilm gemaakt en ook verscheen Bob Moreane in een 26 delige TV-serie. In 1967 werd de Marabout-Junior reeks gewijzigd in Pocket-Marabout. Vernes bleef schrijven voor de serie en in 1970 waren er wereldwijd al meer dan 15 miljoen exemplaren verkocht. In 1974 begon hij te werken aan de Ananke cyclus, maar het succes hiervan kon niet voorkomen dat de Pocket-Marabout serie door een crisis in de uitgeverswereld werd geschrapt. Met "Bob Morane dans le Triangle des Bermudas" stopte de serie definitief. Na het stoppen van de Pocket-Marabout reeks bleef hij nog 28 jaar stevig doorwerken en verschenen er diverse titels waaronder de Don reeks die hij schreef onder de naam "Jacques Colombo".
    Naast de romans schreef hij ook de scenario's voor een stripboeken reeks over Bob Morane, die door de italiaanse tekenaar Dino Attanasio die ook de illustraties in de romanreeks verzorgde werden getekend. Het eerste deel in deze reeks "L'oiseau de feu" werd in 1959 met succes uitgebracht. In 1996 verscheen het 200ste stripalbum in deze reeks onder de titel "La guerre du Pacifique n'aura pas lieu".
    De Bob Morane fanclub "Club Bob Morane" werd tijdens de 33ste verjaardag van deze door velen bewonderde held in 1986 opgericht, en in 1997 werd er over Henri Vernes een dokumentaire gemaakt met de naam "Henri Vernes, un aventurier de l'imaginaire" In 1999 kreeg hij op 91 jarige leeftijd een belgische letterkundige onderscheiding opgespeld.
    © www.boekenhof.nl
Studio Vandersteen en Willy Vandersteen

Texte en français ci-dessous

  • Op 15 februari 1913, aan de vooravond van de ‘Groote Oorlog’, wordt Willebrord Jan Frans Maria Vandersteen geboren in de Seefhoek, een volkse buurt in Antwerpen. Weinigen konden toen allicht vermoeden dat deze jonge spruit voor het Vlaamse lezerspubliek haast zoveel zou betekenen als de toen duchtig gelezen Hendrik Conscience !

    Als jonge knaap volgt Vandersteen avondlessen beeldhouwen aan de Antwerpse Academie. Overdag gaat hij in de leer bij zijn vader die beeldhouwer-ornamenteur was.
    Maar in de jaren dertig verandert de architectuurstijl. Het strakke modernisme had niet echt behoefte aan ornamenteerders. Hun vak was ‘out’, voorbijgestreefd. Niemand wilde nog tierlantijntjes aan zijn woning. De jonge Willy doet verschillende baantjes, tot hij op een dag als etaleur wordt aangenomen bij het grootwarenhuis Innovation.
    De scène die zich daar afspeelt is haast legendarisch geworden : bij het inrichten van een etalage krijgt hij een Amerikaans tijdschrift in handen waarin hij een artikel vindt onder de titel «Comics in your life » en het wagentje gaat aan het rollen …
    Even later verschijnt in het personeelsblad van het warenhuis zijn eerste strip «Kitti Inno ».
    Vandersteen is stevig in de ban van dit nieuw ontdekte medium. Van jongs af vertelde hij al graag verhalen aan zijn vriendjes en die illustreerde hij met krijttekeningen op de stoep. Dat je van zoiets ook je beroep kon maken was voor hem een hele revelatie. Hij begint dan ook de striptijdschriften te verslinden, waarin tot voor de Tweede Wereldoorlog heel wat Amerikaanse strips werden gepubliceerd.

    En net die Tweede Wereldoorlog, hoe afschuwelijk ook, geeft hem zijn kans : door de Duitse bezetter worden de meeste Amerikaanse comics verboden, waardoor in Europa gretig gezocht werd naar talent van eigen bodem. Een toestand die de hele eerste golf Belgische striptekenaars zou voortbrengen, zowel aan Vlaamse als Franstalige zijde !

    Uit die tijd dateren ondermeer «De lollige avonturen van Pudifar », « Thor de holbewoner », « Sinbad de Zeerover » en –wellicht het bekendst omdat er ook albums van verschenen- « Piwo het houten paard ».
    Alle strips getuigen van een ongebreidelde fantasie, een vurig enthousiasme … en nog enig gebrek aan technische vaardigheid, hoewel dat laatste zienderogen wordt bijgeschaafd.
    Het is dan ook geen zuiver debutantje meer dat aan het eind van de oorlog zijn nieuwe reeks bedenkt : Rikki en Wiske.
    Het eerste verhaal, Rikki en Wiske in Chokowakije, krijgt echter de kritiek dat de held teveel op Kuifje zou lijken. Vandersteen grijpt resoluut in, laat Rikki probleemloos verdwijnen en in het tweede verhaal, « Het eiland Amoras », duikt een nieuwe figuur op : Suske !
    En dat Vandersteen zijn roots niet verloochent was meteen geweten. De namen Suske en Wiske zijn zo Vlaams als maar kan. Bovendien vormt zijn geliefde Antwerpen het decor voor dit eerste avontuur.
    De strip verscheen voor het eerst op 30 maart 1945 in « De Nieuwe Standaard ». Niemand had ooit kunnen denken dat deze twee Antwerpse snotapen zo een lang leven zou beschoren zijn ! Maar het publiek was meteen wildenthousiast ! Nu eens géén Amerikaanse toestanden, maar een strip van bij ons. De herkenbare situaties, figuren, humor, taalgebruik- het Algemeen Beschaafd Antwaarps in de eerste delen !- en de omgeving zorgden samen met Vandersteens weergaloze vertelstijl voor een overweldigend succes.
    En dat Suske en Wiske een commerciële troef was ondervond men in ’47 bij De Standaard, toen die door de strip er 25.000 abonnees bij kreeg ! Het commerciële belang ervan was nu wel heel duidelijk en er begon een ware jacht op successtrips bij de Vlaamse kranten en tijdschriften … tot groot jolijt van de auteurs !
    In het begin spelen nog enkel Suske, Wiske en Sidonia mee. Even later duikt Lambik op, de verstrooide loodgieter. Deze antiheld avant la lettre bezorgde de reeks wellicht nog meer succes. Wanneer in « De Dolle Musketiers » Jerom zijn eerste optreden maakt is het team van de serie compleet !
    De weg ligt open voor een decennia durende successtory, die tot op heden doorloopt, met miljoenen verkochte albums in Vlaanderen en Nederland en talloze buitenlandse edities !

    In 1946 gaat het weekblad Kuifje van start en enige tijd later –in 1948- trekt Hergé, de artistieke leider van het blad, Vandersteen aan om iets speciaals te maken voor de Vlaamse editie van het blad. Hiervoor brengt Vandersteen opnieuw Suske en Wiske, toen al een gigantisch succes ! Maar Hergé wil wel dat hij zich aanpast aan het blad, met andere woorden meer verzorgd tekenwerk en minder volks. Sidonia valt dus uit de boot, Lambik is niet langer de loodgieter uit de gewone reeks en Wiske krijgt een keurig burgerlijk kapsel..
    Deze buiten-reeks-avonturen , die later bekend worden als de « De blauwe reeks », omdat de albumuitgaven bij De Standaard met een blauwe omkadering verschenen in plaats van de klassieke rode band, worden hoogtepunten in Vandersteens carrière.
    De scenario’s zijn veel meer gebaseerd op de intrige en het tekenwerk is fabuleus te noemen.
    Voor diezelfde Kuifje-uitgaven zou Vandersteen ook nog zijn Tijl Uilenspiegel-epos tekenen -dat terecht tot een mijlpaal van het Vlaamse beeldverhaal mag gerekend worden !- en de gags van « ‘t Prinske », een schoolvoorbeeld van klare lijn à la Vandersteen, met vaak nonsensikale humor, die in het weekblad Kuifje alleen werd geëvenaard door Bob De Moors Meneer Mus !

    In die beginperiode beperkte Vandersteen zich, ondanks de dagelijkse halve pagina voor de krant, niet tot Suske en Wiske alleen. Zijn hoofd was een op hol geslagen kruitvat van ideeën die hij allemaal wilde uitwerken. Er verschenen SF-strips als «Marscommando’s op aarde », historische strips als « Ridder Gloriant », « Het Veenspook », « Tanjar De Viking », « Willem Tell », « Het Rode Masker », « De Heldentocht der Bataven », en gagstrips als « Het plezante circus » of « De vrolijke Bengels ».
    In 1945 al verzint hij « De Familie Snoek », het modelvoorbeeld van een door en door Vlaamse familie met al hun beslommeringen net na de Tweede Wereldoorlog, inclusief rantsoenbonnetjes en een mooie dochter die met Canadese soldaten van de bevrijding scharrelt! De familie Snoek zou nog lang blijven doorlopen en later nog jarenlang door Studio Vandersteen worden gemaakt.
    In 1948 verschijnt Suske en Wiske zelfs in Kerkelijk Leven (het parochieblad) onder de titel « De avonturen van Lambik ». Hieruit vloeien achteraf de « Grappen van Lambik » die in De Bond verschijnen.
    Elk tijdschrift of elke krant die een strip wou, kon op Vandersteen een beroep doen. Zijn werkijver en inspiratie waren eindeloos groot.
    Maar begin jaren vijftig trekt hij stilaan medewerkers aan, niet om het zichzelf lichter te maken, maar om nog meer ideeën te kunnen uitwerken.
    Karel Boumans en Karel Verschuere worden zijn eerste assistenten.

    Met Karel Verschuere werkt hij onder meer aan « Judi », het Oude Testament in stripvorm, maar vooral « Bessy », dat voor het eerst in 1952 in La Libre Belgique verschijnt (Eh ja, in een Franstalige krant liep eigenlijk de eerste publicatie van deze successtrip !).
    In die jaren was de televisieheld Lassie uiterst populair en Vandersteen zag hier wel mogelijkheden in. Om niet gebonden te blijven aan een bestaande figuur (nou ja, dier), verkoos hij echter een identieke collie te tekenen met een lichtjes andere naam.
    Ook Bessy werd immens populair. De hele romantiek van de western met de Rocky Mountains, cowboys, indianen en rijke dierenwereld miste zijn uitwerking niet. Ook in het buitenland werd Bessy een kassucces. Vooral in Duitsland waar jarenlang één Bessy per wéék verscheen !!! De beste verhalen uit deze overvloedige studioproductie werden bijgewerkt voor de Nederlandstalige markt.
    Heel wat jonge tekenaars in de « Bessy-studio », waar mettertijd Jef Broeckx de leiding kreeg, leerden hun eerste knepen van het vak met deze Bessy’s. Scenaristen als wijlen Daniël Jansen hadden nachtmerries over doldwaze collies die hen nazaten, wanneer ze voor de 87ste keer een nieuw avontuur moesten verzinnen waarin de hond ook nog een rol moest spelen …

    Nu Vandersteen een studio had, die gestaag zou uitbreiden, kreeg hij veel meer de gelegenheid om nieuwe ideeën uit te werken, de eerste verhalen zelf te schrijven en te tekenen om daarna, wanneer de serie goed en wel gelanceerd was, door te geven aan de studio.

    Een van de eerste echte ‘studioproducten’ was de « Rode Ridder », gebaseerd op de jeugdboeken van Leopold Vermeiren. In 1959 verschijnt het eerste deel, waar opnieuw Karel Verschuere, zijn belangrijkste ‘realistische rechterarm’, aan meewerkt. Later wordt Karel Biddeloo zowat de solo-auteur van deze meer dan 40 jaar oude succesreeks. Onder zijn impuls verwijdert De Rode Ridder zich steeds meer van het klassieke middeleeuwse ridderverhaal, krijgen de ‘edele jonkvrouwen’ wat wulpser allures en worden sciencefiction en nonsens niet geschuwd !

    In 1962 komen de rechten vrij op de boeken van Karl May. Standaard Uitgeverij vroeg duivel-doet-al Vandersteen of hij hier geen nieuwe stripreeks in zag. Hoewel wat terughoudend in het begin, creëerde Willy met Karel Verschuere toch albums rond Winnetou en Old Shatterhand. Opnieuw was de romantiek van de Far West aan de orde. Tot 1985 verschenen er in totaal meer dan 80 albums. Dat deze reeks vrij parallel liep met Bessy bewees het feit dat een aantal Bessy-verhalen voor de Duitse markt … lichtjes aangepast bij ons verschenen als « Old Shatterhand » ! De hond werd vakkundig weggevlakt.

    Nog datzelfde jaar start Vandersteen met « Pats », gebaseerd op het gelijknamige, erg populaire poppenspel van Karel Weyler. Deze op een iets jonger publiek gerichte reeks zou eveneens jarenlang voortbestaan. De naam « Pats » werd na een gerechtelijk probleem veranderd in « Tits ».

    Naderhand raakte de reeks vooral gekend onder de liefhebbers als de eerste serie waar Kiekeboe-Merho vanaf 1974 voor verantwoordelijk was.
    In 1953 was Jerom bij de Suske en Wiske-ploeg gekomen. Deze krachtpatser van weinig woorden had zo een succes bij de lezers dat Vandersteen besloot er in 1960 een eigen reeks aan te wijden. De eerste albums verschenen op een voor die tijd heel ongewoon vierkant formaat.
    « Jerom » werd al gauw een heus studioproduct waarop heel wat beginnende nieuwkomers werden gezet. En net als bij Bessy was opnieuw de Duitse markt een gretige afnemer van deze strip. In 1991 werd de serie uiteindelijk stopgezet.

    Halfweg de jaren zestig was de Studio in Kalmthout in volle expansie en Vandersteen wou een nieuwe realistische reeks beginnen. Hiervoor zou hij zich inspireren op de boeken van W.E. Johns rond de Britse agent Biggles. Ook deze serie droeg sterk de stempel van Karel Verschuere en behoorde zeker tot het betere Studiowerk van die tijd. Maar na 21 avonturen werd « Biggles » in de archiefkast gestopt om plaats te ruimen voor een nieuwe realistische reeks.
    Eind jaren ‘60 reisde Vandersteen immers naar Afrika en rond die tijd was op de toenmalige BRT de jeugdreeks « Daktari » waanzinnig populair. Lezers uit de golden sixties herinneren zich vast nog de schele leeuw Clarence en de krijsende Judith !
    Vandersteen besloot zijn Afrikaanse inspiratie met de reeks te combineren tot een nieuw gegeven : « Safari ». Hoewel de verhalen stevig gemaakt waren, sloeg de reeks toch niet echt aan bij het grote publek en na vijf jaar en 24 albums werd de reeks stopgezet.

    De Vandersteenproductie was intussen big business geworden. Vandersteen had nog een stevige vinger in de pap bij zijn troetelkinderen Suske en Wiske. Verder amuseerde hij zich met het verzinnen van nieuwe figuren, scenario‘s, schetsen enzovoort, waarna het werk werd doorgegeven aan de goed geoliede studiomachine.
    In 1972 zou hierin toch enige verandering komen. Vandersteen liep rond met plannen voor een nieuwe reeks waar hij al zijn energie wou instoppen. Nadat hij Suske en Wiske volledig had overgelaten aan Paul Geerts, ging hij aan de slag voor « Robert en Bertrand ».
    Vandersteen had al lang iets willen doen rond de Belle Epoque.
    De Spaanse tijd was altijd al een stokpaardje geweest, maar die liet hij al aan bod komen in Tijl Uilenspiegel en talloze Suske en Wiske-avonturen. De eeuwwisseling met zijn schilderachtige klederdrachten, de eerste auto’s enz., kortom de tijd van zijn geboorte en de jaren ervoor, waren voor hem echter een ongeëxploiteerde bron van inspiratie.
    « Robert en Bertrand » werd dus zijn nieuwe troetelkind en de eerste albums toonden meteen aan dat hij nog steeds de meester van de Vlaamse vertelkunst was : spannende verhalen flink gelardeerd met volkse humor en zelfs wat sociale achtergrond (kinderarbeid, …).
    Met Robert en Bertrand beleefden we opnieuw het klassieke scenario van de Vandersteen strips : de eerste albums werden met groot enthousiasme door de meester zelf gemaakt, nadien werd het inkten, het tekenen overgenomen door de Studio, waarna ook het scenario volgde. Hoewel de serie nog erg sterke albums voortbracht, was de vonk van de eerste albums er na enkele jaren opnieuw uit.

    In 1985 startte Vandersteen dan zijn laatste reeks : « De Geuzen ». De 16de eeuw, de eeuw van Breughel, van de inquisitie, de Spaanse overheersing, vanTijl en Lamme. Zijn geliefkoosde periode die hij al vaker had behandeld, maar waar hij nu een volwaardige reeks wou aan wijden die nu eens niét werd bepaald door het hoge tempo van een krantenpublicatie ! Er verschijnen tien albums van. En ondanks alles zijn het opnieuw die eerste avonturen waarin Vandersteens meesterschap het sterkst is.

    Ondanks het succes bleef Vandersteen zijn roots trouw. Hij bleef de kleine jongen uit de Seefhoek, die zijn vriendjes met veel vuur de gekste verhalen vertelde. Het taalgebruik in zijn strips werd wel aangepast, toen ook de Nederlandse markt voor hem viel. Maar niettegenstaande het verdwijnen van het Algemeen Antwerps, Sidonie die Sidonia werd of Schalulleke dat Schanulleke moest heten, bleef Suske en Wiske en al de andere strips een volkse, joviale sfeer uitademen die door iedereen werd geproefd.

    Die sfeer wist hij ook over te brengen op de talloze jonge tekenaars die bij hem kwamen aankloppen en er het vak leerden. En diezelfde sfeer vierde hoogtij wanneer hij met vrienden, vaak collega’s als Marc Sleen, Bob De Moor enz., een nachtje kon doorzakken.

    Op 28 augustus 1990 overleed Willy Vandersteen.
    Vele critici verwijzen naar andere Vlaamse auteurs die beter konden tekenen, beter konden schrijven, persoonlijker waren en noem maar op.
    Maar Willy Vandersteen maakte het stripverhaal populair in Vlaanderen, hij « leerde zijn volk strips lezen », hij had een onverdroten werkijver, een aanstekelijk enthousiasme en een grenzeloze inspiratie. Hergé noemde hem ooit de « Bruegel van de strip » en gelijk had hij ! Hij was een monument van een auteur die voorgoed zijn stempel drukte op het beeldverhaal.

    De Studio
    Studio Vandersteen werd door Willy Vandersteen opgericht om het groeiend aantal medewerkers aan zijn stripcreaties in onder te brengen.
    Al vanaf het begin van zijn carrière had Vandersteen mensen om zich heen die hem hielpen bij het uitwerken van zijn strips. Zijn vrouw hielp al mee met het inkten van zijn tekeningen.
    François Joseph Herman was in 1949 één van de eerste medewerkers (vanaf De mottenvanger verzorgde hij het inkten van de Suske en Wiske-verhalen.
    In de loop der jaren volgden meer medewerkers, zoals Karel Verschuere en Karel Boumans, die onder andere meewerkten aan Suske en Wiske, De grappen van Lambik, Bessy, De Rode Ridder en Karl May.
    Maar pas in 1959 richtte Vandersteen daadwerkelijk de Studio Vandersteen op. Al snel werkten er meerdere medewerkers aan de verschillende stripcreaties. Er werden nieuwe reeksen gestart, zoals Jerom, Biggles en Safari.
    In eerste instantie verzorgde Vandersteen de scenario's en het tekenwerk en liet hij het uitwerken over aan de medewerkers. De meest getalenteerde tekenaars kregen na verloop van tijd meer invloed op een reeks en soms werden ze de hoofdauteur van de reeks. Vandersteen kon zich dan weer gaan toeleggen op een nieuwe reeks.
    Zo kreeg Karel Biddeloo de strip De Rode Ridder onder zijn hoede en Paul Geerts de bekendste reeks, Suske en Wiske. Zelf kon hij weer nieuwe reeksen bedenken, zoals Robert en Bertrand, Pats/Tits en De Geuzen.
    Tot begin 2005 was er altijd 1 persoon binnen de Studio die de eindverantwoording voor zowel tekeningen als scenario's had. Uiteraard was Willy Vandersteen zelf de eerste die deze rol vervulde. Na hem waren Paul Geerts en Marc Verhaegen degenen die als "peetvader" van Suske en Wiske optraden.
    Vanaf 2005 is de structuur van de Studio gewijzigd. De leiding is nu in handen van een duo. Peter Van Gucht is de eerst verantwoordelijke man voor de scenario's terwijl Luc Morjaeu de leiding heeft over de tekenaars.
    Net als hun voorgangers hebben de huidige leiders de steun van een team assistenten die ervoor zorgen dat Suske en Wiske avonturen kunnen blijven beleven.
© www.studio-vandersteen.be en www.nl.wikipedia.org

Nederlandse tekst hieronder
  • Sans conteste, le plus productif et le plus célèbre des dessinateurs flamands. Willebrord Vandersteen est né le 15 février 1913 à Anvers. Le grand-père de Willy Vandersteen était forgeron, son père était sculpteur ornemaniste (spécialiste du dessin et de l'exécution de motifs décoratifs en plâtre ou en stuc). Après ses études à l'institut Saint-Eloi d'Anvers, il se tourne vers le scoutisme. Dès l'âge de 15 ans, il suit les cours du soir de l'Académie des Beaux-arts de sa ville natale et fréquente cet établissement durant 9 années. Vandersteen travaille très jeune comme apprentis chez son père, puis entre comme menuisier dans l'atelier d'un de ses oncles. En feuilletant un magazine américain, il tombe sur un article intitulé "Comics in your life" et consacré a la Bande Dessinée américaine. Dès cet instant, le jeune Vandersteen lit tout ce qu'il trouve sur le sujet et décide d'en faire son métier.
    Ses premiers dessins et gags ("Brochette et Dick" puis les péripéties de "Kity Inno") paraissent en 1939 dans "Entre Nous", la revue interne des grands magasins "A l'Innovation", pour lesquels il occupe à cette époque l'emploi d'étalagiste. Entre-temps, il se marie, et ses obligations familiales l'obligent à travailler pour le ministère du ravitaillement. Nous sommes en effet à cet époque en pleine occupation allemande. A partir du 19 mars 1941 et sous le pseudonyme de "Wil", il conçoit ses premières Bande Dessinées professionnelles dans le le quotidien "De Dag" et dans son supplément juvénile et hebdomadaire "Wonderland". Il y illustre "Tor De Holbewoner", suivi peu après par "Pudifar", puis par "Barabitje, de Spruit van Barabas", une version apocryphe censée être une suite des aventures du chat "Barabas" imaginé par Bud Fisher.
    En 1942 il dessine "Piwo, het houten paard zouten" dans l'hebdomadaire "Ons Volk". Cette série fait l'objet de trois albums publiés en flamand et en français aux éditions "Ons Volk" de 43 à 45. Vandersteen travaille également pour "De rakker", une publication bruxelloise, avec "Bert de lustige trekker" en 1943. L'année suivante il illustre divers roman parus aux éditions "Ons Volk" (écrit par A. Blommaert, Y. Pauwels, E. Fredrix ,etc). Il poursuit cette activité en 1945 aux éditions "Mercurius", puis de 1962 à 1964 dans "De Standaard" (adaptations romanesques "De Suske en Wiske" rédigées par Léopold Vermeiren). Parallèlement, Vandersteen collabore à "Bravo !" . En 1943, il reprend "Tor, l'homme des cavernes" (devenu "Tori"), puis conçoit "Simbat, de zeerover". Toujours pour cet hebdomadaire, il anime la série "Lancelot" à partir de 1945.
    Le 30 mars 1945, il réalise les premiers dessins de "Rikki en Wiske" dans le quotidien "De Neuwe Standaard". Très vite , cette série est rebaptisée "Suske en Wiske" ("Bob et Bobette" en français) et connaît un incroyable succès. Durant l'été 1947, les histoires de "Bob et Bobette" paraissent en même temps dans "De Standaard" et dans "De Neuwe Standaard". Willy Vandersteen doit choisir entre les deux : c'est "De Standaard" qui a sa préférence, ce quotidien gagne ainsi 25 000 lecteurs. Ce côté feuilletonesque (il faut relancer le suspense toutes les demi-planches) apporte aux albums un rythme soutenu. Les titres se comptent par centaines. Engagé par Hergé (alors directeur artistique du "Journal Tintin"), il dessine huit magnifiques aventures de ses personnages dans un style ligne claire très proche de celui d'Hergé (les albums de cette époque sont les meilleurs de la série).
    En 1948, les lecteurs flamands et hollandais saluent la publication de "Kuifje", l'équivalent néerlandophone du "Journal Tintin". Pour ce support, et jusqu'en 1959, Vandersteen réalise 8 épisodes de "Bob et Bobette", "Thyl Unlenspiegel", ainsi que de nombreux gags ("Monsieur Lambique"). L'animation de "Bob et Bobette" n'empêche pas Willy Vandersteen de créer d'autres séries humoristiques importantes : "De familie Snoek" dans "De Neuwe Standaard" à partir de décembre 1945, puis dans "Pats" et dans "TV Ekspres", "De Vrolijke Bengels" dans "Ons Volkske" en 1946, puis dans "t'Kapoentje" en 1947, etc. Au fur et à mesure, les commandes affluent et Willy Vandersteen ne peut plus assurer l'intégralité graphique de toutes ses séries et fait appel un court temps à son ami d'enfance, le grand Bob de Moor, puis à François Joseph Herman.
    Dès 1951, il lance le "Studio Vandersteen" et prend Karel Baumans et Karel Verschuere comme assistants. Ces derniers réalisent la partie artisanale du travail : l'encrage (d'après les crayonnés de Vandersteen), le lettrage, le coloriage et parfois les décors. D'autre part, Vandersteen passe un contrat avec le périodique allemand "Felix" qui réédite "Bessy" au rythme de 2 ou 3 pages par semaine. Devant la réussite de cette série, son éditeur allemand demande qu'on lui fournisse un album en couleur par mois. Par la suite, cette production passe à un album par semaine, tiré chacun à 200 000 exemplaires. Pour pouvoir suivre , le "Studio Vandersteen" se lance dans une production effrénée, et Vandersteen engage de nouvelle personnes comme Frank Sels, Edgard Gastmans, Jeff Broeckx, Franz Antheunis, Anne Vandervelde, Patrick Van Lierde, Ronald van Riet, Walter Laureyssens, Edouard De Rop, Eugène Goosens, Robert Merhottein, Karel Biddeloo, Erik De Rop, et Paul Geerts, l'actuel dessinateur de "Bob et Bobette". Willy Vandersteen ne reste pas inactif et conçoit les série "Het Pleazant Cirkus" en 1954 et "De lustige zwervers" en 1958 (2 sagas publiées dans "Ons Volkske"), puis "De rodde Rider" en 1959, "Karl May" en 1962, "Biggels" en 1965, "Safari" en 1969, "Robert en Bertrand" en 1972. Le "Studio Vandersteen" anime également des aventures indépendantes de "Jérôme", un personnage à l'origine apparu dans "Bob et Bobette". On lui doit également des créations plus éphémères comme "Pats" en 1974 (une série rebaptisée "Tits" trois ans plus tard à la suite d'un problème juridique) ou bien encore "Schanulleke" en 1986.
    Cinq ans avant sa mort, en 1990, Willy Vandersteen réalise encore "De Geuzen", une Bande Dessinée se déroulant au XVIème siècle. Willy Vandersteen, qui passait avec une extrème facilité de la Ligne Claire au réalisme, est sans conteste l'un des auteurs les plus prolifique d'Europe. Surnommé par Hergé "Le Breughel de la Bande Dessinée", il est devenu en Belgique et aux Pays-Bas l'une des figures emblématique du 9ème Art. Il a su incarner le burlesque flamand et dépeindre son plat pays avec humour. Ses Bandes Dessinées montre un trait grand maîtrise du graphisme et occupent depuis presque 60 ans la première place du top 10 de la BD flamande. Disparu le 28 Août 1990, il laisse un studio qui poursuit son oeuvre ... en signant désormais du nom des artistes qui le composent ("Bob et Bobette est maintenant signé par Paul Geerts). Pour en savoir plus, l'amateur prendra plaisir à consulter "Willy Vandersteen, Le Bruegel de la Bande Dessinée", un épais volume fortement illustré, rédigé par Peter Van Hooydonck et publié en 1994 aux éditions "Standaard".
© www.bdtour.be

Photos :www.bdtour.be